inzetten

{{inzetten}}{{/term}}

I 〈overgankelijk werkwoord〉

1 [aanbrengen in, tussen] mettre

2 [beginnen te doen] entamer

3 [in actie laten komen] engager

♦voorbeelden:

1   edelstenen inzetten • monter des pierres précieuses

     een lapje inzetten • mettre une pièce

     ruiten inzetten • poser des carreaux

     het inzetten • la pose

2   een aanval inzetten • déclencher une attaque

3   troepen inzetten • engager des troupes

     de trainer zette beide wisselspelers in • l'entraîneur a fait monter sur le terrain les deux remplaçants

II 〈onovergankelijk werkwoord, overgankelijk werkwoord〉

1 [sport en spel]miser

2 [m.b.t. een veiling] mettre à prix

3 [muziek]attaquer ⇒ 〈zang〉entonner

♦voorbeelden:

2   ik heb het huis ingezet op 210.000 gulden • j'ai mis la maison aux enchères au prix de 210.000 florins

     de veilingmeester zette in op vijftig gulden • le commissaire-priseur a fixé le prix de base à cinquante florins

3   het volkslied inzetten • entonner l'hymne national

III 〈onovergankelijk werkwoord〉

1 [beginnen] commencer

♦voorbeelden:

1   de winter zet stevig in • l'hiver s'annonce rigoureuxde winter zet stevig in • l'hiver s'annonce rigoureux

IV inzicht|inzicht

1 [begrip, visie] intelligence 〈v.〉(de qc.)

2 [opvatting, mening] idée 〈v.〉

3 [moreel besef] conscience 〈v.〉

4 [Algemeen Zuid-Nederlands][bedoeling] intention 〈v.〉

♦voorbeelden:

1   hij heeft een goed inzicht in de zaak • il comprend bien cette question

2   verschil van inzicht • différence de vues

     tot het inzicht komen, dat … • en arriver à l'idée que …

     naar zijn inzicht • d'après lui

3   tot inzicht komen • prendre conscience de ses erreurs

Deens-Russisch woordenboek. 2015.